opzien in De Meestoof
Niet alle resultaten zijn binnen. Maar met wat er de laatste jaren gevonden is in de Thoolse bodem zou de geschiedenis van het eiland wel eens herschreven kunnen worden. Eeuwen achtereen blijkt Tholen een aantrekkelijk gebied om te wonen door de aantrekkingskracht van de Schelde die het gebied heeft gevormd. Die conclusie trekt archeologe Juanita Kiburg na recente opgravingen rond Poortvliet en langs de Postweg in Tholen.
Woensdagavond 2 juli nam ze in De Meestoof zo’n 35 belangstellenden mee op een reis door de tijd. Vanaf de Midden-IJzertijd tot en met de Nieuwe Tijd. Een dat is heel lang. Van 500 tot 250 jaar voor onze jaartelling tot de periode tussen 1500 en 1800.
Kiburg werkt voor onderzoek- en adviesbureau Artefact in Zaamslag en doet onderzoek in heel de provincie. Voor de aanleg van de landbouwweg bij Poortvliet en de aanleg van een natuurvriendelijke oever bij de Postweg in Tholen leidde ze de opgravingen ter plekke. Met opzienbarende resultaten. De gemeente, de heemkundekring Stad en Lande van Tholen en De Meestoof sloegen de handen ineen om de lezing over de recente vondsten mogelijk te maken.
Veel van wat ze er met haar team heeft opgegraven had ze meegenomen. Een deel was alleen te zien in een vitrine, maar andere voorwerpen konden de bezoekers vastpakken. Ze kwamen ineens via een scherf, bot of stuk hout in contact met verre voorouders uit de streek.
Was de regio aanvankelijk niet geschikt om te bewonen door de grillen van de natuur, in de Romeinse tijd lijkt dat wel het geval. Althans dat werd tot dusver aangekomen, maar de vondsten wijzen al op eerdere bewoning. Ook dan is de rivier, de oude loop van de Schelde van belang. In de nabijheid van de rivier wijzen de sporen van een boerenhoeve op bewoning. Er werd vee gehouden, landbouw bedreven en vis gevangen. Kleine houten paaltjes leidden de onderzoekers naar de Late IJstijd. De vondst van een stukje glazen armband van 2000 jaar oud doet wetenschapperswatertanden. Ook buiten Zeeland.
Kiburg ging uitgebreid in op wat er in welke periode is gevonden. En vertelde met passie over de vondsten uit de verschillende archeologische tijdvakken. Over een glazen kraaltje, de vele handgevormde scherven (6600 rondom de boerderij), speelschijfjes, spinklosjes en potscherven met ’aankoeksel’ waaruit is af te leiden wat de bewoners aten. Ook de twintig stukjes glazen armbanden van La Tène wekten verwondering op bij de onderzoekers. En alleen op Tholen is er een compleet kraaltje gevonden uit de prehistorie. Maar ook een toetssteen om de zuiverheid van goud te bepalen. Voor Nederlandse begrippen zeldzaam. Alle bevindingen zouden al in een boekje verschenen zijn, ware het niet dat er steeds meer voorwerpen tevoorschijn kwamen.
en de resultaten van verder onderzoek nog niet binnen zijn. Dat boekje komt nog.
Wie nu een deel van de Thoolse bodemvondsten wil zien kan terecht op de tentoonstelling Dijken, polders en vloeden in De Meestoof. Voor het glazen kraaltje moeten belangstellenden naar het Zeeuws Museum waar het onderdeel is van de expositie Bodemjuweeltjes. Het streven is om het kleinood na afloop van de tentoonstelling naar Tholen over te brengen.